en ‘revolutionaire panfluit’, gemaakt in opdracht van het Nationaal Muziekinstrumenten Fonds (NMF) en voorzien van een stem-mechanisme, wordt vanavond tijdens een speciaal concert gepresenteerd. Matthijs Koene, ‘Panfluiter des Vaderlands’, noemt de speciaal voor hem gebouwde fluit ‘een fijnzinnig scheurijzer’. Het kostte drie jaar van nauwe samenwerking tussen orgelbouwer Flentrop, musicus en het NMF om dit unieke instrument, voorzien van stem-mechanisme, te ontwikkelen. Het instrument heeft een heel karaktervolle en rijke klank, reageert snel en heeft een groot dynamisch bereik.
Na de Réus 49 (de grootste concertharp ter wereld) voor Remy van Kesteren, en de bouw van het transportabel Monteverdi-orgel heeft het Nationaal Muziekinstrumenten Fonds met deze ‘Flentrop’ panfluit opnieuw een instrument laten bouwen dat voldoet aan hedendaagse wensen.
Matthijs Koene: ‘Met dit nieuwe instrument wordt een droom van mij werkelijkheid. Het unieke aan deze fluit is dat hij volledig van metaal is. Het resultaat is dat ik over veel meer klankkleuren en een nog snellere aanspraak kan beschikken, waarmee ik het gereedschap in handen heb om de panfluit de verdiende positie als klassiek instrument te geven. Hedendaagse componisten zullen zeker geïnspireerd raken om nieuwe werken te schrijven voor dit instrument. Afgelopen zomer had ik de tijd om de fluit echt te leren kennen. Het karakter van de fluit uit zich ook in de manier waarop het bespeeld wil worden. Ik hoopte met de nieuwe fluit beter een legato te kunnen suggereren, omdat de fluit efficiënter is en sneller aanspreekt. Die hoop is uitgekomen! Mijn embouchure (‘lippen-techniek’) heb ik moeten aanpassen, de positie en snelheid van de tong en ook de manier waarop je het instrument van links naar rechts beweegt. Kortom, mijn hele techniek is op de schop. Dat is niet erg, want ik ben verliefd geworden op dit instrument!’
Ruim 200 stukken voor panfluit in twintig jaar Matthijs Koene is een musicus van topniveau met een onderzoekende houding die componisten inspireert tot nieuwe werken. Met de komst van de ‘Flentrop’ wordt de panfluit als instrument niet alleen vernieuwd en op een hoger plan getild. Twintig jaar geleden was de klassieke literatuur voor panfluit op één hand te tellen. Nu zijn er meer dan 200 stukken geschreven inclusief enkele soloconcerten. Tevens is er aan het conservatorium nu een opleiding gestart. De ‘Flentrop’ zorgt dat er definitief een einde komt aan de positie van een ondergeschoven kind. Hiermee schudt de panfluit het label van folklore-instrument van zich af.
Manon Veenendaal, directeur van het Nationaal Muziekinstrumenten Fonds: ‘Ons fonds streeft ernaar om (jong) talent een muziekinstrument te bieden dat voldoet aan de hoge eisen die zij stellen. Soms is dat het beschikbaar stellen van een eeuwenoude viool en soms besluiten we juist de wens te vervullen om een instrument te laten bouwen, of door te ontwikkelen zodat er nieuwe mogelijkheden ontstaan op het gebied van bijvoorbeeld klank, dynamiek en aanspraak. Wij hopen dat het intensieve ontwikkel- en bouwtraject in de samenwerking tussen Flentrop, Matthijs Koene en het NMF het resultaat heeft opgeleverd waar Matthijs Koene drie jaar geleden alleen nog van kon dromen.’
De bouw van de panfluit is mede mogelijk gemaakt door een gift afkomstig van een betrokken donateur van het Nationaal Muziekinstrumenten Fonds.
Kommentare